“Great learning needs great design” een uitspraak van Elliot Masie waar ik al eens over heb geblogd. En die weer boven kwam drijven toen ik deze week in het publiek zat bij de “Tour de Mazur”. Een tournee van Eric Mazur, Harvard professor en docent, die hem voerde langs de drie Technische universiteiten in Nederland. Het TU publiek komt echter niet voor zijn natuurkundig onderzoek maar wil graag horen en zien hoe hij zijn onderwijs heeft vormgegeven.
Mazur was al bekend door zijn activerende onderwijs (peer instruction) en het gebruik van technologie (polling) in zijn colleges. Eigenlijk was hij de eerste ‘classroom flipper’ in de jaren negentig van de vorige eeuw, nog voor het fenomeen deze titel droeg. Het eerste deel van het verhaal van Mazur ging over het nieuwe design van zijn onderwijs. Hij heeft een jaar vrij gekregen om zijn onderwijs te innoveren en geschikt te maken voor de 21e eeuw. Het tweede deel ging over toetsen: the silent killer of learning.
Voor wie het geduld kan opbrengen om de livestream te bekijken: ik raad het aan als je van goed onderwijs houdt!
Ik beperk me tot een paar punten die er voor mij uitsprongen:
- “I was trying to make something that was essentially broken”: over zijn oude, ook al bijzonder vormgegeven, manier van college geven. Gebaseerd op een verkeerde aanname vindt Mazur nu. Namelijk dat de je college moet geven in een theater dat bestemd is voor voordrachten, niet voor leren.
- “Who owns the teaching?” over een boek van Alan November dat Mazur heeft geïnspireerd om in zijn design het leren eigendom van studenten te maken. Leren is dan student driven in plaats van faculty driven.
“Turn out-of-class component also in a social component”. Mazur vindt dat online colleges of clips bekijken een te passieve bezigheid is. Gelijk te stellen aan tv kijken. Hij wil dat studenten voor de les actief en sociaal bezig zijn: namelijk lezen en annoteren. Hiervoor gebruikt hij een annotatiesysteem (Perusall) dat hij met een vriend heeft ontworpen. Een systeem dat ook automatisch de kwaliteit van annotaties van studenten scoort. Een succesvol resultaat: 95% van zijn studenten doet de voorbereidende leesopdrachten. - Zijn gebruik van score tabellen die aangeven aan welke eisen een taak moet voldoen (rubrics). Een rubric maakt het voor studenten volkomen transparant wat ervan ze wordt verwacht en hoe ze worden beoordeeld. “Maar dan weten ze precies wat ze moeten doem” vond een collega verbaasd. Ofwel je geeft prijs waar je ze op beoordeelt. Inderdaad!
Uit hoeveel verschillende goed doordachte en ontworpen onderdelen zijn lessen bestaan: voorwerk, annotatie, huiswerkopdrachten, instructie, experimenten, oefeningen die studenten leren schatten, projecten. Waarbij studenten afwisselend alleen en in teams werken. - Dat isolatie van studenten het kenmerk is van onze examens en hoe vreemd dat eigenlijk is “Heeft u ooit in uw werkzame lezing nog in een dergelijke situatie gezeten?” vroeg hij aan ons. Nee, nooit, moesten wij erkennen. Cijfers geven en final exams zijn de dood in de pot volgens Mazur als je studenten wil laten leren. Een deel van zijn eindproef werken de studenten daarom samen.
Dat laatste is mij uit het hart gegrepen. Na afloop heb ik hem bedankt voor zijn inspirerende verhaal en hem laten zien hoe mijn dochter in Nederland in Magister wordt beoordeeld met cijfers achter de komma. Hij bekeek dat met grote verbazing en zei tegen mij:”Het is niet je dochters schuld!”. Niet echt een geruststelling: toch maar op zoek naar een school waar leren niet om zeep wordt geholpen?