Op vakantie aan de Belgische kust lees ik online, een uitgave van de KU Leuven. De uitgave heet: “Van e-learning naar geïntegreerd blended leren” Redactie:Luc Vandeput.
De titel is mij al uit het hart gegrepen. Vaak wordt blended leren simplistisch weergegeven als een willekeurige mix van face-to-face en online leeractiviteiten. Alle activiteiten in de blender en klaar! De werkelijkheid is complexer. Allereerst moeten inhoud, techniek en didactiek goed op elkaar aansluiten en een evenwichtig geheel vormen. Daarnaast speelt de context een grote rol bij succes of falen van blended leertrajecten: de aansluiting op de doelgroep, de wijze van begeleiden en de ICT-infrastructuur om een paar belangrijke factoren te noemen. Het ontwerp en de ontwikkeling vragen daarom veel aandacht.
Vaak wordt gezegd: blended leren is niks nieuws: in didactiek werd altijd al gezocht naar de beste aansluiting op inhoud, doelen en doelgroep. Afwisseling van diverse activiteiten: ook oud nieuws. Wat maakt blended leren dan vernieuwend? Volgens Luc Vandeput gebeurt dat pas als er twee nieuwe ontwikkelingen worden meegenomen in het ontwerp:
begeleide en adequate zelfstudie en de introductie van leergemeenschappen. Deze twee aspecten zorgen er namelijk voor dat de rol van de docent werkelijk verandert van kennisoverdrager naar ontwerper, ontwikkelaar en begeleider van leertrajecten.
Als docenten een leeromgeving tot hun beschikking krijgen zonder dat aandacht wordt besteed aan het ontwerp van het onderwijs en aan de hiervoor genoemde twee ontwikkelingen, eindigt de exercitie als oude wijn in nieuwe zakken. De docent blijft overdrager van kennis, feilten en inzichten. De leeromgeving wordt gebruikt als blibliotheek voor ondersteunende literatuur en links of ‘leuk om te weten’ leeswerk.