Gisteren sprak ik met een docent van een flexibele deeltijdopleiding over de onderliggende discussie in zijn team. Die volgens hem gaat over in hoeverre je studenten “bij de hand moet nemen”. Ik herkende deze discussie, die ook in andere teams speelt waar wij voor werken. Er zijn docenten die vinden dat het bieden van structuur bij het leren en het ontwerpen en (online) klaar zetten van leeractiviteiten teveel het werk bij studenten wegneemt.
Het argument hierbij is: het is HBO-niveau dus studenten moeten vooral zelfstandig op zoek naar de kennis en zelfstandig problemen oplossen. Vooral bij de flexibele deeltijdopleidingen komt deze discussie naar boven omdat we daar te maken hebben met studenten die vaak al praktijkervaring en voorkennis hebben. Dus is de vraag: betekent HBO-niveau dat deze studenten vooral ontdekkend en onderzoekend moeten leren? En wanneer nemen we ze eigenlijk teveel bij de hand?
Onderliggend speelt hier denk ik eigenlijk het idee dat het leerproces en dus het leerresultaat beter zal zijn als een student zelf iets ontdekt via experimenteren en zelfstandig nadenken. Want wat je zelf ontdekt, onthoud je beter dan wat een ander je voordoet of instrueert. Deze overtuiging wordt echter geenszins gesteund door wat we inmiddels weten vanuit de cognitieve psychologie.
Een goed en heel bruikbaar overzicht van een aantal belangrijke theorieën in dit verband is te vinden in “Op schouders van reuzen – inspirerende inzichten uit de cognitieve psychologie” door Paul A. Kirschner, Luce Claessens & Steven Raaijmakers. Drie theorieën hieruit maken duidelijk dat “zelf ontdekken” vaak niet de beste leerweg vormt:
- Te beginnen met de cognitieve load theorie van Sweller. Deze theorie leert ons dat het oplossen van een onbekend probleem bij een beginner erg veel ruimte in in het werkgeheugen in beslag neemt. De student probeert vanuit de oplossing terug te redeneren (means-end strategie). Hierdoor is er geen ruimte in het werkgeheugen beschikbaar voor de verwerking van nieuwe informatie. Het beperkte werkgeheugen wordt op deze manier niet goed gebruikt en het leerproces gaat onnodig veel tijd en moeite kosten en levert niet het gewenste resultaat.
- Een ander onderzoek dat hier interssant is, is dat van Newell en Simon naar probleem oplossen. Ontdekken en experimenteren kan voor lerenden een effectief leerproces opleveren maar dan moet diegene al ervaring en kennis hebben en geen beginner zijn in een vakgebied of onderwerp. Een beginner moet namelijk om een probleem op te lossen alle paden bewandelen die er zijn om tot een oplossing te komen via trial and error.
- Onderzoek van Chi, Feltovich en Glaser waarin de verschillen tussen het denken van een beginner en een expert zijn bekeken. Want die verschillen zijn groot. Een beginner heeft niet de beschikking over concepten en onderliggende denkschema’s die een expert gebruikt om een probleem op te lossen. Daarbij heeft een expert geautomatiseerde voorkennis. Een beginner is geen kleine expert en ook geen leeg vat. De beginner heeft wel voorkennis en ook oppervlakkige denkschema’s. Het is zaak hierbij aan te sluiten om de beginner verder te helpen. Een simpel voorbeeld: een leerling leest een som en ziet een verhaaltje over een wip in een speeltuin. Een expert leest dezelfde som en herkent direct het onderliggende concept, namelijk de toepassing van de formule over momenten.
In plaats van het de student zelf laten ontdekken en oplossen via trial and error en met slecht gebruik van het werkgeheugen kan het leerproces effectief ingericht worden als de docent de weg wijst. Dat kan bijvoorbeeld door:
- het probleem in stukjes te knippen en zo de route te laten zien
- uitgewerkte voorbeelden te geven waarin de stappen die naar de oplossing leiden te zien zijn
- te checken welke voorkennis en denkschema’s al wél aanwezig zijn en daar de volgende denkstap voor de student op af te stemmen
Goed doordachte instructie en demonstratie zijn onmisbare instrumenten in goed onderwijs. Ook voor studenten in flexibel onderwijs. Zo bezien nemen we ze denk ik eerder te weinig dan te veel bij de hand nemen. Uit angst dat ze zelf niet meer nadenken en ‘lui’ worden als we dat doen. Terwijl het er om gaat dat we ze leren denken als een expert op HBO-niveau en daar de beste leermethode voor kiezen. En dat is hard werken: voor de student en de docent!
Bron: “Op schouders van reuzen – inspirerende inzichten uit de cognitieve psychologie” Paul A. Kirschner, Luce Claessens & Steven Raaijmakers, 2019 https://didactiefonline.nl/artikel/op-de-schouders-van-reuzen