Taakgericht onderwijs

Modules en het Curriculum – voor taakgericht en flexibel onderwijs

De afgelopen jaren heeft 2Blearning binnen opleidingen veel modules gebouwd voor zowel het MBO als het HBO. Wij doen dat vanuit de visie die wij hebben op taakgericht en flexibel onderwijs. In een serie blogs wil ik kennis en inzichten delen die wij hebben opgedaan de afgelopen tijd.

In het begin van een ontwerpproces stellen veel docenten ons de vraag: wat is eigenlijk een module? Een module is oorspronkelijk een term uit de bouw. Het is “een onderdeel van een groter geheel, dat zelf ook weer bestaat uit meerdere onderdelen, aldus Wikipedia. Daar heeft een docent als antwoord niet veel aan. Maar dat is wel wat het is. Het grotere geheel bepaalt vorm, functie en inhoud van een module. En dat grotere geheel is het curriculum. Het ontwerp van het curriculum bepaalt hoe de onderdelen geordend zijn, wat de relatie is met andere onderdelen en wat doel en functie is van het onderdeel.

De passende vorm en opbouw van het grotere geheel, het curriculum van een opleiding hangt in onze werkwijze af van het antwoord op 4 vragen.

  1. Voor wie maken we het? Wie zijn de studenten?
  2. Hoe ziet het vak, het beroep eruit? Wat zijn taken en rollen die de professionals uitvoeren en vervullen en hoe zien die taken en rollen eruit?
  3. Welke mogelijkheden moet het curriculum studenten bieden en welke mogelijkheden wil de opleiding studenten bieden?
  4. Welke maatschappelijke, regionale en vakinhoudelijke ontwikkelingen spelen er?

In dit blog kijken we naar vraag 1.
Soms is het antwoord op deze vraag heel bepalend voor de opbouw van het grotere geheel.

Twee voorbeelden hiervan.

Voorbeeld 1
Modules voor de opleiding van opticiens bij het Deltion college. Doelgroepen: LLO-studenten en reguliere studenten.

De Leven Lang Ontwikkelen (LLO)-studenten zijn verkoopmedewerkers in opticien winkels die zich willen ontwikkelen tot opticien. Zij voeren al geautomatiseerde oogmetingen en andere beroepstaken uit. Om opticien te kunnen worden, moeten ze aanvullend meer beroepstaken gaan leren. Zij willen heel gericht bijscholen en de snelste weg naar het examen nemen. Zij kunnen zichzelf hierbij wel overschatten.Reguliere studenten hebben nog geen kennis en vaardigheden en alleen een ‘lekenbeeld’ van het vak. Zij hebben veel structuur en oefening nodig en moeten het vak stap voor stap leren.

De opbouw van het curriculum moest daarom aan de volgende eisen voldoen:

  • Duidelijk herkenbare en los te volgen onderdelen gebaseerd op beroepstaken. Dit zijn taken die de opticien uitvoert in de praktijk. Bijvoorbeeld: “Contactlenzen instructie” of “Optometrisch afpassen”.
    De LLO student kan zo snel zien wat hij of zij al kan (of denkt te kunnen) en nog moet aanvullen.
Deze kleine onderdelen hebben we leertaken genoemd. Voor reguliere studenten is deze opzet ook goed omdat ze direct de relatie zien tussen kennis en vaardigheden en toepassen in de praktijk. De leertaken bevatten zelftoetsen zodat beide groepen studenten kunnen checken of ze de stof beheersen.
  • Samenhang tussen de leertaken: ordening in modules op niveau
    Met allemaal losse leertaken ziet een reguliere student de opbouw en samenhang niet meer. Leertaken hebben we daarom samengevoegd tot grotere eenheden. Dit zijn de modules. Modules zijn gekoppeld aan een niveau (leerjaren voor de reguliere student) en bijbehorende examenonderdelen. Dit helpt zowel de LLO als de reguliere student om te zien welke modules wanneer afgerond moeten worden voor een examen.

Voorbeeld 2
Modules voor nieuwe opleiding. Samenvoeging Sociaal werk en Maatschappelijke zorg (MBO-4) bij ROC Midden Nederland. Doelgroep: reguliere studenten.

Studenten komen allemaal van de middelbare school. De keuze voor de opleiding Sociaal werk in deze regio was volgens de docenten vaak niet heel bewust een keus voor het werk. De opleiding lijkt een ‘makkelijke’ opstap naar het HBO. Of het was een negatieve keuze op basis van een beperkt beeld van de zorg.
”Ik wil geen billen wassen” was een veelgehoorde uitspraak op open dagen. Doel van het samenvoegen van de opleidingen was om studenten een bewuste keuze te laten maken. En meer studenten naar de zorg te trekken.
Belangrijke informatie over de studenten was dat de meesten in de huidige opzet van beide opleidingen de relatie niet zagen tussen wat ze moesten doen in de praktijk en de kennis en vaardigheden die ze leerden op school. Methodisch werken was hierbij vooral een zorgenkindje waar veel studenten mee worstelden.

Voor de opbouw van het curriculum betekende dit dat

  • Studenten de eerste 2 jaar met zowel zorg- als welzijnstaken moeten kennismaken en de keuze uitstellen
  • Studenten een reëel beeld moeten krijgen van wat het werk inhoudt
  • De relatie tussen aan te leren kennis en vaardigheden en toepassing in de praktijk voor studenten duidelijk moest zijn
  • Methodisch leren werken een belangrijk onderdeel moet zijn (rode draad)

We hebben hier gekozen voor twee soorten modules in het curriculum:

1. Beroepsthema’s
Dit zijn modules die in de eerste twee jaar zijn gericht op wat de opleidingen gemeenschappelijk hebben: de overlap in werkprocessen uit beide kwalificatiedossiers. Deze modules hebben we “Beroepsthema’s” genoemd. In de beroepsthema’s krijgen studenten casussen uit de praktijk van zowel zorg als welzijn en leren ze om kennis en vaardigheden toe te passen. Net als bij de opticiens bestaat een beroepsthema uit leertaken met opdrachten. Maar deze leertaken zijn niet los te volgen omdat ze studenten stapsgewijs leren om toe te passen. Beroepsthema’s bouwen op in moeilijkheidsgraad.
2. Leermodules
De toe te passen kennis en vaardigheden staan in aparte leermodules. Voor elke beroepsthema heeft de student leermodules nodig. Sommige leermodules zoals Methodisch werken moeten studenten meerdere keren gebruiken bij verschillende beroepsthema’s. Studenten leren zo dat ze kennis en vaardigheden nodig hebben om leertaken te kunnen maken. En dat methodisch werken een rode draad is in het werk. De leermodules zijn ook los te volgen en af te ronden met een zelftoets.

Twee voorbeelden die laten zien hoe doelgroep(en) en hun behoeftes invloed hebben op de vorm en inhoud van het curriculum. Uiteraard spelen allerlei andere factoren ook een rol bij keuzes. Daarover meer in het vervolg.

Geplaatst in Leven Lang Leren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.